Lumbalgie of lage rugpijn

Wat?

Pijn gelokaliseerd ter hoogte van de lage rug welke acuut (plots fel aanwezig, acute lumbago, verschot, spit) of geleidelijk aan kan optreden. Dit kan gerelateerd zijn aan een bepaalde activiteit maar kan ook spontaan optreden.

Wie?

Iedereen kan ooit in zijn leven geconfronteerd worden met lage rugpijn. Natuurlijk zijn er een aantal risicofactoren die de kans vergroten. Je kan genetisch voorbeschikt zijn wat blijkt uit het feit dat jouw ouders of andere familieleden lage rugproblemen hebben. Zwaar werk en rugbelastende sporten vergroten eveneens de kans op lage rugproblematiek. Gewicht en roken doen de kans nog verder toenemen. Lage rugpijn kan dus spontaan optreden maar kan ook het gevolg zijn van een trauma (ongeval, opheffen van een voorwerp).

Klachten

Acute stekende pijn of chronisch zeurende pijn ter hoogte van de lage rug. Deze pijn kan uitstralen naar de flanken en/of naar de heupregio. Soms zien we ook pijn ter hoogte van de benen. Dit wordt gerefereerde pijn, of in de volksmond weerpijn genoemd. Deze uitstralende pijn kan verward worden met pijn komende van een ingeklemde zenuw welke volgens een specifiek patroon aanwezig is.

Onderzoeken

In eerste instantie moeten er geen verdere onderzoeken gebeuren. Lage rugpijn als gevolg van een val vormt hierop een uitzondering gezien een wervelfractuur moet uitgesloten worden. Wanneer rugpijn optreedt in combinatie met andere begeleidende symptomen zoals bv felle vermagering is ook verder onderzoek aangewezen.

Bij aanhoudende pijn (chronische pijn) kan een verder onderzoek onder vorm van botscan en/of NMR aangewezen zijn om onderliggend lijden zoals bv artrose van de facetgewrichten of tussenwervelschijf lijden uit te sluiten.

Behandelingsmogelijkheden

In eerste instantie zal de behandeling altijd bestaan uit rust, pijnstilling, ontstekingsremmers en kinesitherapie. Bij dit laatste zal de nadruk liggen op voldoende bewegen met extra aandacht voor het versterken van de buik- en rugspieren. De bedoeling is dat deze oefeningen aangeleerd worden door de kinesist zodat de patiënt deze thuis meerdere malen per week kan herhalen. Alleen op deze manier kunnen we sterkere rompspieren bekomen die de rug voldoende kunnen ondersteunen en beschermen. Wanneer patiënten niet in staat zijn om deze rugspieren zelf te trainen kan een verdere behandeling in de rugrevalidatie worden gestart. Deze rugrevalidatie wordt gecoördineerd door de dienst fysische geneeskunde.

Verder kan ook behandeling bij een osteopaat of chiropractor nuttig zijn. (Dit wordt bepaald na klinische en technische onderzoeken

Bij blijvende klachten worden verdere onderzoeken aan de hand van bv een botscan en/of NMR uitgevoerd. Door middel hiervan kan een mogelijks lijden ter hoogte van de facetgewrichten (gewrichten achteraan in de rug die de wervels onderling met elkaar verbinden) worden vastgesteld. Dit kan verder worden behandeld in de pijnkliniek door middel van facetinfiltraties.

Bij een proefbehandeling worden tijdelijk de zenuwen die de facetgewrichten bezenuwen verdoofd, door een lokaal verdovende stof in te spuiten, zoals ook gebruikt wordt bij de tandarts.

Als na de proefbehandeling de pijn afneemt, zijn de facetgewrichten hoogst waarschijnlijk de oorzaak van de pijn. Opgelet: enkele uren na de testspuiten is de lokaal verdovende stof uitgewerkt en zal de pijn terugkomen.

Bij een gunstige testbehandeling wordt overgegaan tot een definitieve behandeling, waarbij deze zenuwen die de facetgewrichten bezenuwen worden opgewarmd met radiofrequente (RF) elektrische stroom. Op deze manier kunnen de pijnsignalen niet meer doorgestuurd worden naar de hersenen en wordt de pijn niet meer ervaren.

Wanneer blijkt dat dit niet helpt, kan een tussenwervelschijf lijden aan de basis liggen. Dit kan verder operatief behandeld worden. Deze operatie is echter niet voor iedereen mogelijk. Dit wordt voor iedere patiënt afzonderlijk bekeken en uitvoerig met je besproken.

‍